Is wat anders dan of als?

Volgens de traditionele schoolregels is dan correct als er bij een vergelijking een ongelijkheid geconstateerd wordt. Dat is het geval na een vergrotende trap en na anders en combinaties met ander(e). Het voegwoord als is in deze gevallen niet voor alle taalgebruikers aanvaardbaar en kan daarom beter vermeden worden.

Lees verder

Daarvan, wat is het dan jij of dan jou?

Als het voornaamwoord de functie van onderwerp vervult, is jij de correcte vorm. Als het om een lijdend of meewerkend voorwerp gaat, is jou correct. Hoe noem je een als dan regel in games? * Bij 'vijf keer zo sterk' hoort als. Let niet op 'vijf keer', maar op 'zo sterk'. Volgens sommige taalkundigen mag je in informele (spreek)taal tegenwoordig ook 'groter als' zeggen, maar in geschreven teksten, ook bij Beter Spellen, is het toch echt 'groter dan'.

Wat dit betreft, wat is contaminatie?

Een contaminatie is een verhaspeling van twee woorden of uitdrukkingen met een verwante betekenis, waardoor een verkeerd nieuw woord of een verkeerde nieuwe uitdrukking ontstaat. Is het vele Of velen? Als vele naar personen verwijst en zelfstandig gebruikt wordt, schrijven we velen. Vele is zelfstandig gebruikt als er niet meteen een zelfstandig naamwoord op volgt en vele ook niet aangevuld kan worden met een zelfstandig naamwoord uit dezelfde zin of de zin die onmiddellijk voorafgaat.

Men kan zich ook afvragen: wat is het meervoud van pony?

Het meervoud van pony is 'pony's'. Trouwens, wat is het verschil tussen mits en tenzij? Mits en tenzij zijn allebei voegwoorden, maar ze hebben een tegengestelde betekenis. Mits betekent 'als, op voorwaarde dat'; tenzij betekent 'maar niet als, behalve als'. Mits wordt soms gebruikt in de betekenis 'tenzij, behalve als', maar dat gebruik is niet correct.

Als het voornaamwoord de functie van onderwerp vervult, is ik de correcte vorm. Als het om een lijdend of meewerkend voorwerp gaat, is mij correct. Dus, is het namens mij of namens ik? Voorbeelden. Hij spreekt namens mij en heeft volledige bevoegdheid. ' Wil je haar namens mij bedanken?

Voorzetsels zijn woorden als aan, in, op, uit en voor. Ze vormen meestal het begin van een woordgroep met een (voor)naamwoord als kern: aan de muur, in de kast, op donderdag, uit gewoonte, voor jou, enz.