Welk dier heeft tracheeën?

Een trachee (mv: tracheeën) is een ademhalingsbuisje bij insecten, duizendpotigen, springstaarten, spinachtigen en fluweelwormen.

Lees verder

Dienovereenkomstig, hoe komt zuurstof in de cel?

Zuurstof is een heel belangrijke brandstof voor je lichaamscellen. Je ademt het via je longen in, waar het wordt opgenomen in het bloed. Daar bindt het zich aan het hemoglobine in de rode bloedcel. De rode bloedcellen stromen door het hele lichaam en geven onderweg zuurstof af aan alle lichaamscellen. Hoe komt het dat de gaswisseling in de longen snel kan plaatsvinden? Het beste antwoord

Dat kan zo snel gaan doordat het oppervlak in je longen zo enorm groot is. Je luchtwegen, de bronchiën, splitsen zich een groot aantal keer totdat ze eindigen in een microscopisch klein blaasje, de longblaasjes oftewel alveoli.

Waarom kan de gaswisseling bij vissen snel plaatsvinden?

De kieuwen bij een vis liggen achter de kop in de kieuwholten. ° Doordat de kieuwplaatjes een groot oppervlak hebben. Daardoor kan er snel zuurstof uit het water in het bloed van de vis worden opgenomen. ° Koolstofdioxide kan snel vanuit het bloed aan het water worden afgegeven. Hoe haalt een hagedis adem? Uit recent wetenschappelijk onderzoek blijkt dat hagedissen bijna op dezelfde manier ademen als vogels. Ze halen namelijk niet alleen zuurstof uit de lucht bij het inademen, maar zo blijkt nu ook bij het uitademen. Het zou kunnen dat dinosauriërs ook op deze manier ademden.

Dit in overweging nemend, wat wordt bedoeld met eencelligen?

Eencelligen zijn organismen die bestaan uit één enkele cel. Er zijn miljoenen soorten, van gisten tot algen en bacteriën. Je kunt ook vragen hoe vindt gaswisseling plaats bij eencellige? Bij eencellige dieren vindt gaswisseling plaats via het celmembraan. Het oppervlak van het celmembraan is groot genoeg om voldoende zuurstof te kunnen opnemen en voldoende koolstofdioxide te kunnen afgeven. Eencellige dieren hebben dan ook geen speciale ademhalingsorganen.

De meeste reptielen zijn dus landdieren en komen voor in tropische en subtropische gebieden. Ze leven vaak op plaatsen die voor andere dieren onaantrekkelijk zijn, zoals steppen, woestijnen en bergstreken. Dienovereenkomstig, waar leven zoogdieren? Zoogdieren hebben een groot aanpassingsvermogen en kunnen bijna overal overleven. Doordat ze voor hun lichaamstemperatuur niet afhankelijk zijn van de buitentemperatuur, zoals wel het geval is voor reptielen en amfibieën, kunnen zoogdieren ook in koudere gebieden als rond de polen en in het hooggebergte overleven.

Bij de meeste amfibieën gebeurt de bevruchting uitwendig. Het vrouwtje legt de eitjes in het water en later bevrucht het mannetje ze. De eitjes drijven meestal rond in het water of klampen zich vast aan bijvoorbeeld plantjes in het water.