Hoe verwijs je naar een organisatie?

De algemene regel is...

Naar bedrijven wordt meestal met het bezittelijk voornaamwoord 'zijn' verwezen. Het is dus 'Albert Heijn en zijn verkoopcijfers of Hugo Boss en zijn medewerkers. De reden dat er meestal verwezen wordt met 'zijn', is dat bedrijfsnamen onzijdig zijn.

Lees verder

Dienovereenkomstig, is het product of de product?

In de Nederlandse taal gebruiken wij het product. Is het huis mannelijk of vrouwelijk? Het antwoord is: het huis.

Is de tijd mannelijk of vrouwelijk?

'Tijd' is nu uitsluitend een mannelijk woord, maar vroeger was het ook vrouwelijk. In het Duits is het dat overigens nog altijd: 'die' Zeit. Nu zeggen we 'mettertijd', maar vroeger klonk het evengoed 'met den tijd'.10 jun. 1999 Hoe veel genders zijn er? Volgens sommige experts bestaan er wel 100 genders. Hier is een overzicht van 65 genders: Agender. Androgyn.

Hoeveel verschillende geslachten zijn er?

Hoewel de mensheid doorgaans in twee geslachten wordt ingedeeld, is de natuur gevarieerder. Er zijn mensen met een intersekse-conditie; meestal hebben zij afwijkende geslachtschromosomen. Soms is er maar 1 X-chromosoom aanwezig; dergelijke mensen zien eruit als vrouw (syndroom van Turner). Wat is een binaire persoon? Iemand die zich man voelt (of hij nu geboren is met of zonder penis & ballen) noemen we binair. Iemand die zich vrouw voelt (of zij nu geboren is met of zonder vagina) noemen we ook binair. Iemand die zich man noch vrouw voelt, of juist net zozeer man als vrouw, noemen we non-binair.

Lidwoorden staan nooit alleen; ze staan altijd voor zelfstandige naamwoorden. de gebruik je voor mannelijke of vrouwelijke woorden. het gebruik je voor onzijdige woorden (onzijdige woorden zijn weer te herkennen aan het lidwoord het). een mag voor beide (onzijdige, mannelijke en vrouwelijk) gebruikt worden. Dit in overweging nemend, is het in het goal of de goal? Is het de of het goal

In de Nederlandse taal gebruiken wij de goal.

Naar vrouwelijke de-woorden wordt verwezen met ze en haar: Ze is zwaar; Ik heb ze / haar op de kast gelegd; Haar vorm is wat afwijkend. Naar het-woorden wordt verwezen met het en zijn: Het is zwaar; Ik heb het op de kast gelegd; Zijn vorm is wat afwijkend.