Hoe noem je de onderkant van je broek?

Onder de broek wordt meestal een onderbroek gedragen. Deze omvat enkel het bekken en soms een gedeelte van het bovenbeen.

Lees verder

Wat dit betreft, is het woord broek mannelijk of vrouwelijk?

Het is 'de broek', want broek is mannelijk en vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die broek'. Wat is een Broeklanden? o. (-en), drassig land; laaggelegen al of niet ingedijkt groenland.

Wat betekent toponymie?

Toponymie of plaatsnaamkunde is een vak van de taalkunde die plaatsnamen (toponiemen) probeert op te sporen en te verklaren. De toponymie houdt zich behalve met de herkomst van plaatsnamen ook bezig met de verbreiding daarvan. Wat dit betreft, wat is een toponiem? [b]naam van een plaats; plaatsnaam. Zowel in toepassing op namen van bv. streken, steden en dorpen, als op namen van gehuchten, stukken grond, of erven.

Wat is een high waisted jeans?

Zoals de naam al doet vermoeden, is de High Waist Jeans met een hoge taille gesneden, zodat hij ongeveer ter hoogte van de navel zit - en tovert een prachtig silhouet tevoorschijn, dat kunnen we jullie vertellen! Dienovereenkomstig, wat is een chino model? De chino kunt u zien als de katoenen, casual versie van een pantalon. Familie van de jeans. Dit vanwege de gelijkenis in de manier van weven. Echter is de jeans in een blauw/witte, ruwere variant geweven terwijl een chino oorspronkelijk uit een kleur bestaat.

De taille is het 'smalste' gedeelte van je bovenlijf. Haal het meetlint vanaf de rug, rond de taille naar voren en trek het rond het lichaam. Zorg ervoor dat het meetlint horizontaal is en dat het meetlint niet te strak getrokken wordt. Wat betekent je eigen broek kunnen ophouden? Broek: de eigen - op kunnen houden - informele uitdrukking voor 'geheel onafhankelijk van anderen zijn; zichzelf kunnen bedruipen, redden'. Sinds eind jaren tachtig. de grote broek aantrekken is 'hevig tekeergaan; een grote mond opzetten; hoge eisen stellen'.

Een groot aantal de-woorden kan zowel mannelijk als vrouwelijk zijn. Dat geldt bijvoorbeeld voor stad, vaas, school, deur, taal, groep en jas. De naslagwerken vermelden bij die woorden doorgaans alleen dat het de-woorden zijn, zonder verdere specificatie. Dat is ook het geval in het Groene Boekje.