Wat is vragen naar de bekende weg?

vragen naar iets wat men al weet. vragen naar iets waarvan men het antwoord al weet; vragen naar iets wat men al weet.

Lees verder

Wat is de betekenis van vadsig?

VADSIG - bn. bw. (-er, -st), lui, achteloos, traag: hij is altijd even vadsig. VADSIGHEID, v. Dienovereenkomstig, wat betekent het woord belendend? Aangrenzend; inzonderheid gebezigd bij de omschrijving van onroerend goed (het woord land zit erin!).

Bovendien, hoe noem je een vraag waarop je het antwoord al weet?

Een retorische vraag is een stijlfiguur. Een retorische vraag wordt gesteld als een vraag, maar heeft vaak de intonatie van een mededeling. De steller van een retorische vraag verwacht geen antwoord op zijn vraag, maar wil graag dat de ontvanger van de vraag zich aangesproken voelt. Hoe noem je iemand die dik is? bol, corpulent, fors, gevuld, gezet, gezwollen, lijvig, log, mollig, omvangrijk, opgezet, opgezwollen, paf, rond, stevig, vet, vlezig, vol, volumineus, welgedaan, zwaarlijvig, zwaar. dik (bn): dikvloeibaar, drabbig, gebonden, gomachtig, stroperig, taai.

Dienovereenkomstig, wat is de betekenis van verzoeken?

verzoeken - Werkwoord 1. (inerg) aan iemand vragen iets al dan niet te doen ♢ Ik verzoek u vriendelijk doch dringend af te zien van uw plannen. ♢ De passagiers werd verzocht hun veiligheidsgordels aan te doen. Wat is de betekenis van het woord ranzig? vies, vuil; slecht, vervelend. 'Ranzig' is alles dat niet bij het Corps hoort en dat niet de goedkeuring van de leden kan wegdragen. (Delta 17/08/1989) • Ranzig: kan gebruikt worden voor alles wat negatief, slecht, vervelend is.

aangrenzend - Bijvoeglijk naamwoord 1. rechtstreeks grenzend aan iets anders ♢ Het huis bestaat uit lange gangen met aangrenzende vertrekken. Wat is een aanpalend? aanpalend bijv. naamw. Uitspraak: [an'palənt] 1) er direct naast liggend Voorbeeld: `een supermarkt met aanpalende winkels`Synoniem: aangrenzend 2) die ermee verband houden Voorbeeld: `aanpalende technologie`Synonie...

Open vragen beginnen met een vragend voornaamwoord: Wie, welke, hoe, wat, wanneer, waarom etc. Hier kun je niet meer volstaan met een simpel ja of nee als antwoord. Open vragen zijn bedoeld om de ander aan het praten te krijgen.